Omzien naar elkaar. Hoe dan?
Tijdens twee kerkdiensten en twee gemeenteavonden zijn we met elkaar in gesprek gegaan over de toekomst van onze gemeente. Tijdens deze momenten zijn we met elkaar in gesprek geweest over een aantal vragen. Waar zijn we als gemeente toe geroepen, was daarbij een centrale vraag.

In alle bijeenkomsten horen we hetzelfde geluid terug:
• Omzien naar elkaar
• Dienstbaar aan de naaste (in brede zin)
• Betrokkenheid op elkaar.

Het omzien naar elkaar is geen wens voor de toekomst. Het is een kernwaarde van onze gemeente die we nu ook vorm proberen te geven. Dat doen we onder andere in het pastoraat. Onze ouderlingen, predikanten en contactpersonen zijn daarin de voortrekkers.

Ontmoeting
Pastoraat is niet alleen kwestie van huisbezoek, we komen elkaar ook in allerlei kringen tegen. In de kring van de eredienst, de koffie ná de dienst, bijeenkomsten door de week, de ouderenmiddagen, kortom er zijn veel plekken waar we elkaar ontmoeten en omzien naar elkaar. De gemeenteleden die daar niet (kunnen) komen, maar wel contact willen, proberen we regelmatig te bezoeken. Ook digitale vormen van verbondenheid, zoals de uitzendingen van de erediensten en de app Donkey Mobile dragen bij aan onderlinge verbondenheid.

Nieuwe wegen
We merken als gemeente dat we na moeten denken over een andere vorm van pastorale zorg wanneer we waar willen maken, dat omzien naar elkaar centraal staat in onze gemeente.
Die herbezinning wordt ingegeven door twee redenen: de veranderende tijdgeest (veel gemeenteleden verlangen niet jaarlijks door een ouderling bezocht te worden) én het gebrek aan menskracht en middelen.

Hoe dan
Op de gemeenteavond van 12 februari legde de kerkenraad u een uitgewerkt idee voor, waarin zij een plan voorstelt van ‘toekomst gericht pastoraat’.

Een plan waarin we als gemeente omzien naar elkaar. De kerkenraad wil dat we voor zowel gemeenteleden als voor alle Leusdenaren vindbaar zijn. Dat betekent dat de kerk open en toegankelijk is voor vragen, voor het branden van een kaars, voor een gesprek…

‘Een soort meldpunt voor vreugde, verdriet en zorg.’ Dat vraagt om een betaalde kracht die aanvragen voor pastorale bijstand binnenkrijgt en coördineert. Het werk van de contactpersonen ondersteunt, aanvult en toerusting organiseert. Het belangrijke verschil is ook dat een gemeentelid bij deze vorm zelf actief contact moet opnemen wanneer er een wens is voor pastoraal contact en er niet meer ‘automatisch’ een keer in de zoveel tijd iemand langskomt. Tegelijkertijd kan men hier ook aangeven dat een ander (gemeentelid) gebaat is bij een bezoek.

Zo hopen we als gemeente ‘een vindplaats te zijn van geloof, hoop en liefde’, voor ieder.

 

X